Dalton op De Dorendal
Op De Dorendal willen wij dat leerlingen zich bepaalde Daltonvaardigheden eigen maken. In de onderbouw beginnen wij hier op een speelse manier mee, maar van de kinderen in de bovenbouw verwachten wij aanmerkelijk meer.
De taak
Eén van de bekendste aspecten van het Daltononderwijs is de "taak". De kinderen krijgen daarbij een aantal opdrachten die binnen een bepaalde periode moeten worden uitgevoerd.
Onderbouw, groep 1-2
Zoals in de meeste onderbouwgroepen, bestaat de schooldag voor de kinderen voor een groot deel uit spelen en werken in de klas, in het gymlokaal of buiten. Buiten spelen de kinderen hoofdzakelijk vrij, omdat het materiaal en de omgeving veel mogelijkheden bieden. Er wordt dagelijks buiten gespeeld, zolang het weer het toelaat. In de gymzaal worden allerlei spelletjes gedaan, zoals kring- , dans- en tikspelletjes. Ook kleutergymnastiek, ritmiek en muzikale vormingslessen staan op het programma.
In de klas doet het kind d.m.v. zijn spel een enorme hoeveelheid ervaring op. In de lokalen van de onderbouwgroepen zijn hoeken ingericht, waarin verschillende activiteiten plaatsvinden. Bijvoorbeeld de leefwereldhoek, de schrijfhoek, de leeshoek, de bouw- en constructiehoek en de kijk- en luisterhoek (auditief spel, boekjes, luisterverhalen op CD). Verder wordt er dagelijks gewerkt met ontwikkelings- en expressiemateriaal.
Meestal kiest de leerkracht activiteiten die passen bij een thema uit de methode "Kleuterplein" of die zijn gebaseerd op een bepaalde periode uit het jaarritme (kerst, voorjaar, enz.). Het Daltonaspect hierin is, dat het kind vrijheid heeft bij het kiezen van een activiteit. Maar na het maken van zijn keuze heeft het kind ook de verantwoordelijkheid om die activiteit goed uit te voeren en af te maken. Vanaf het begin krijgen de kinderen ook regelmatig een "taakje". Dit zijn opdrachten, die iedereen moet uitvoeren. Er volgen geleidelijk aan steeds meer opdrachten, die opklimmen in moeilijkheid en steeds meer van hen zullen vragen. De leerlingen maken gebruik van een takenbord om hun taak te kiezen. Elke taak heeft een bepaald symbool en als een opdracht klaar is, mag het kind zelf op dit bord bijhouden wat het heeft gedaan. Zo stimuleren we het "taakbesef" en leert het kind al vrij snel zelfstandig te werken. Kinderen raken eraan gewend dat ze zelfstandig hun materiaal pakken en opruimen en zelfstandig probleempjes oplossen. Bij de keuze van de activiteiten, besteden de leerkrachten extra aandacht aan het leren samenspelen en samenwerken.
Groep 3 t/m 8
Vanaf groep 3, waar de kinderen leren lezen en schrijven, biedt de leerkracht de stof eerst aan op een dagtaak, later op een weektaak.
Ook hier is er weer de opbouw door de school heen, van een niet al te grote dagtaak in groep 3 tot een -deels zelf in te vullen- weektaak in groep 8.
Uitgestelde aandacht
Ook het begrip "uitgestelde aandacht" is belangrijk binnen het Daltononderwijs. Hiermee bedoelen we dat kinderen leren dat de leerkracht soms niet meteen kan helpen en dat ze eerst zelf, of met hulp van anderen, een oplossing moeten zoeken. Lukt dat niet, dan is de leerkracht even later wel beschikbaar. De momenten waarop de juf of meester niet kan helpen geven ze aan met symbolen. Gedurende deze tijd heeft de leerkracht de gelegenheid om kinderen te helpen die extra aandacht nodig hebben of om instructie aan kleine groepjes te geven.
Keuzewerk
Vrijheid betekent ook, dat je soms zelf mag kiezen wat je gaat leren. Met keuzewerk wordt niet bedoeld dat je "even iets voor jezelf mag doen", maar het betekent dat het kind zelf opdrachten uitkiest, die aansluiten bij de eigen behoefte of belangstelling. Keuzewerk bestaat uit speelse, uitdagende opdrachten waar de kinderen in het algemeen met veel plezier aan werken. Het keuzewerk wordt ook gevolgd door de leerkracht.
Samenwerken / maatjeswerk
Het leren samenwerken met andere kinderen is op onze school een belangrijke doelstelling. We werken hieraan op verschillende manieren.
Zo zal er in een taak die de kinderen krijgen vaak een samenwerkingsopdracht voorkomen. Ook bij opdrachten die kinderen moeilijk vinden, mogen ze in het algemeen samenwerken.
Een bijzondere vorm van dat samenwerken is het zogenaamde "maatjeswerken". Vaak mogen kinderen zelf uitkiezen met wie ze de opdrachten uitvoeren, maar soms bepaalt de leerkracht dat. Op deze manier zorgen we ervoor dat alle andere kinderen van de groep een keer samenwerken. Door deze manier van werken leren kinderen ook om te gaan met kinderen die niet hun eigen eerste keuze zouden zijn en dat is een belangrijke ervaring voor hen. Op de sociale omgang van de kinderen met de rest van de groep heeft dit een positieve uitwerking. Met de methode voor wereldoriëntatie -Topondernemers- wordt ook op deze manier gewerkt. De inhoud van de methode die we hanteren voor sociaal-emotionele ontwikkeling sluit bij deze visie aan.
Op De Dorendal willen wij dat leerlingen zich bepaalde Daltonvaardigheden eigen maken. In de onderbouw beginnen wij hier op een speelse manier mee, maar van de kinderen in de bovenbouw verwachten wij aanmerkelijk meer.
De taak
Eén van de bekendste aspecten van het Daltononderwijs is de "taak". De kinderen krijgen daarbij een aantal opdrachten die binnen een bepaalde periode moeten worden uitgevoerd.
Onderbouw, groep 1-2
Zoals in de meeste onderbouwgroepen, bestaat de schooldag voor de kinderen voor een groot deel uit spelen en werken in de klas, in het gymlokaal of buiten. Buiten spelen de kinderen hoofdzakelijk vrij, omdat het materiaal en de omgeving veel mogelijkheden bieden. Er wordt dagelijks buiten gespeeld, zolang het weer het toelaat. In de gymzaal worden allerlei spelletjes gedaan, zoals kring- , dans- en tikspelletjes. Ook kleutergymnastiek, ritmiek en muzikale vormingslessen staan op het programma.
In de klas doet het kind d.m.v. zijn spel een enorme hoeveelheid ervaring op. In de lokalen van de onderbouwgroepen zijn hoeken ingericht, waarin verschillende activiteiten plaatsvinden. Bijvoorbeeld de leefwereldhoek, de schrijfhoek, de leeshoek, de bouw- en constructiehoek en de kijk- en luisterhoek (auditief spel, boekjes, luisterverhalen op CD). Verder wordt er dagelijks gewerkt met ontwikkelings- en expressiemateriaal.
Meestal kiest de leerkracht activiteiten die passen bij een thema uit de methode "Kleuterplein" of die zijn gebaseerd op een bepaalde periode uit het jaarritme (kerst, voorjaar, enz.). Het Daltonaspect hierin is, dat het kind vrijheid heeft bij het kiezen van een activiteit. Maar na het maken van zijn keuze heeft het kind ook de verantwoordelijkheid om die activiteit goed uit te voeren en af te maken. Vanaf het begin krijgen de kinderen ook regelmatig een "taakje". Dit zijn opdrachten, die iedereen moet uitvoeren. Er volgen geleidelijk aan steeds meer opdrachten, die opklimmen in moeilijkheid en steeds meer van hen zullen vragen. De leerlingen maken gebruik van een takenbord om hun taak te kiezen. Elke taak heeft een bepaald symbool en als een opdracht klaar is, mag het kind zelf op dit bord bijhouden wat het heeft gedaan. Zo stimuleren we het "taakbesef" en leert het kind al vrij snel zelfstandig te werken. Kinderen raken eraan gewend dat ze zelfstandig hun materiaal pakken en opruimen en zelfstandig probleempjes oplossen. Bij de keuze van de activiteiten, besteden de leerkrachten extra aandacht aan het leren samenspelen en samenwerken.
Groep 3 t/m 8
Vanaf groep 3, waar de kinderen leren lezen en schrijven, biedt de leerkracht de stof eerst aan op een dagtaak, later op een weektaak.
Ook hier is er weer de opbouw door de school heen, van een niet al te grote dagtaak in groep 3 tot een -deels zelf in te vullen- weektaak in groep 8.
Uitgestelde aandacht
Ook het begrip "uitgestelde aandacht" is belangrijk binnen het Daltononderwijs. Hiermee bedoelen we dat kinderen leren dat de leerkracht soms niet meteen kan helpen en dat ze eerst zelf, of met hulp van anderen, een oplossing moeten zoeken. Lukt dat niet, dan is de leerkracht even later wel beschikbaar. De momenten waarop de juf of meester niet kan helpen geven ze aan met symbolen. Gedurende deze tijd heeft de leerkracht de gelegenheid om kinderen te helpen die extra aandacht nodig hebben of om instructie aan kleine groepjes te geven.
Keuzewerk
Vrijheid betekent ook, dat je soms zelf mag kiezen wat je gaat leren. Met keuzewerk wordt niet bedoeld dat je "even iets voor jezelf mag doen", maar het betekent dat het kind zelf opdrachten uitkiest, die aansluiten bij de eigen behoefte of belangstelling. Keuzewerk bestaat uit speelse, uitdagende opdrachten waar de kinderen in het algemeen met veel plezier aan werken. Het keuzewerk wordt ook gevolgd door de leerkracht.
Samenwerken / maatjeswerk
Het leren samenwerken met andere kinderen is op onze school een belangrijke doelstelling. We werken hieraan op verschillende manieren.
Zo zal er in een taak die de kinderen krijgen vaak een samenwerkingsopdracht voorkomen. Ook bij opdrachten die kinderen moeilijk vinden, mogen ze in het algemeen samenwerken.
Een bijzondere vorm van dat samenwerken is het zogenaamde "maatjeswerken". Vaak mogen kinderen zelf uitkiezen met wie ze de opdrachten uitvoeren, maar soms bepaalt de leerkracht dat. Op deze manier zorgen we ervoor dat alle andere kinderen van de groep een keer samenwerken. Door deze manier van werken leren kinderen ook om te gaan met kinderen die niet hun eigen eerste keuze zouden zijn en dat is een belangrijke ervaring voor hen. Op de sociale omgang van de kinderen met de rest van de groep heeft dit een positieve uitwerking. Met de methode voor wereldoriëntatie -Topondernemers- wordt ook op deze manier gewerkt. De inhoud van de methode die we hanteren voor sociaal-emotionele ontwikkeling sluit bij deze visie aan.